Mitralisklep degeneratie komt ongeveer twintig keer vaker voor bij de Cavalier King Charles Spaniël (CKCS) dan bij andere hondenrassen. Het aantal CKCS met een hartruis dat kenmerkend is voor mitralisklep ziekte neemt jaarlijks met ongeveer 10% toe, zodat op vijfjarige leeftijd 50% een hartruis heeft (Swift 2009) en op tienjarige leeftijd bijna alle CKCS.
Onderzoek naar de incidentiepatronen van mitralisklep degeneratie bij CKCS hebben aangetoond dat de aandoening een erfelijke basis heeft. De ziekte wordt door meer dan één gen veroorzaakt en is dus polygenetisch (Swenson et al 1996; Häggström 2004a, b).
Welke genen dit zijn, is nog niet specifiek geweten. Er is dus geen genetische test voorhanden. Om de zeer hoge prevalentie bij de CKCS terug te dringen hebben verschillende landen fokprogramma’s opgericht. Zie onderstaand accordeon.
Deze pagina gaat zuiver over het screenen bij de CKCS. Indien u meer wil weten over de aandoening zelf, klik dan op onderstaande link.
De meest accurate manier is via echocardiografie. Indien de echografie wordt uitgevoerd door een specialist cardioloog en met hoogstaande apparatuur kan de allerkleinste lekkage in beeld gebracht worden, zelfs nog voor dat deze hoorbaar is.
De resolutie van de huidige toestellen is immers zodanig hoog dat ook minieme veranderingen aan de kleppen en de ophangbanden gezien kunnen worden.
Daarnaast kan berekend worden hoe groot de lekkage is, of er vergroting is van de linker voorkamer of pompkamer, hoe erg de kleppen en de ophangbanden aangetast zijn, of er verhoogde druk is op de longen, of de contractiliteit van het hart normaal is, enzovoort.
We beschikken over toestellen waarmee Doppler echocardiografie, Tissue Doppler, Strain Imaging en Speckle imaging uitgevoerd kunnen worden.
Bij Heelix blijft de eigenaar altijd bij de hond tijdens het onderzoek, liefst ter hoogte van het hoofd, om hem of haar gerust te stellen.
De hond wordt rustig op de zijde gelegd op een speciale tafel. Daarna wordt een ECG (om het hartritme te registreren) aangesloten dat tijdens het hele onderzoek zal lopen.
Vervolgens wordt een klein beetje haar geschoren in de oksel zodat we goed contact kunnen maken met de huid. Daarna maken we een aantal standaard beelden op de linker en rechter zijde.
Na het maken van de beelden mag de hond van de tafel en voeren we onmiddellijk verschillende metingen uit.
U krijgt nadat we alle metingen in een rapport hebben genoteerd, uitgebreid uitleg over onze bevindingen.
Het Registry of Cardiac Health (ARCH) van het American College of Veterinary Internal Medicine (ACVIM) schrijft voor dat:
De richtlijnen van de Cavalier King Charles Spaniel Club van het Verenigd Koninkrijk zijn vergelijkbaar.
Elk dier dat voor fokdoeleinden gebruik wordt moet een gezonderheidscertificaat van het hart hebben en moet jaarlijks worden gecontroleerd op een goede gezondheid met een normaal hartonderzoek.
Elke dekreu en teef moet minstens 2,5 jaar oud zijn, en met een gezond hart, en met ouders met gezondheidscertificaten voor het hart die zijn uitgegeven op vijfjarige leeftijd of ouder. Een lijst van honden die aan deze voorwaarden voldoen, staat op hun website (www.cavalierclub.co.uk).
Het wordt ook sterk aanbevolen om oudere dekreuen te gebruiken met gezondheidscertificaten die zo laat mogelijk in hun leven zijn afgegeven (in het streven naar de leeftijd van het begin van mitralisklep ziekte te verhogen).
Kopers moeten fokkers vragen of de ouders tekenen vertonen van mitralisklep ziekte en hoe oud ze zijn.
De Kennel Club of Great Britain heeft besloten het fokschema op te nemen in het gezondheidsprogramma van de British Veterinary Association/Kennel Club en het programma van geaccrediteerde fokkers, wat hopelijk de acceptatie en effectiviteit ervan zal versterken (Swift 2009).
Enkel honden ouder dan 4 jaar én met een gezond hart mogen voor fokdoeleinden worden gebruikt indien niet geweten is of beide ouders een gezond hart hebben.
Indien de ouders vrij zijn van hartziekte, mogen ze al gebruikt worden vanaf 24 maanden, natuurlijk als ze ook zelf vrij zijn van hartziekte.
Honden met een hartruis of waarvan de ouders voor hun vierde jaar een hartruis hebben, mogen niet worden gebruikt voor fokdoeleinden.
Ondanks de bevindingen in één studie dat de prevalante niet gedaald zou zijn, suggereert Rishniw (2005) dat selectieve fokkerij de incidentie en ernst van de ziekte heeft verminderd. Ook Lewis et al (2010a, 2010b) beweren dat vanwege de hoge erfelijkheid van mitralisklep ziekte selectieve fokprogramma’s succesvol zouden moeten zijn.
In het Nederlands protocol wordt gebruik gemaakt van gradering van de hartruis van 1 tot 6 via hartauscultatie en wordt de prolaps van de mitralisklep gegradeerd van 0 tot 3 via echocardiografie.
Deze twee graderingen worden tegenover elkaar uitgezet in een tabel op basis van de leeftijd van de hond waarna duidelijk wordt of deze hond nog mag gebruikt worden in de fok aan de hand van kleurcodes.
Deze onderzoeken worden best voor de eerste keer gedaan rond de leeftijd van 2 jaar waarna hartauscultatie en echocardiografie om de 2 jaar moeten uitgevoerd worden.
Best worden honden die ouder zijn dan 5 jaar en een “groen” resultaat krijgen na de hartauscultatie en echocardiografie gebruikt voor de fok.
Honden vanaf 2,5 jaar mogen ook gebruikt worden, maar dan moeten beide ouders vrij geweest zijn van hartruis op de leeftijd van 5 jaar.
Noch op de website van de Vlaamse fokkerijcommissie, noch op de site van de KMSH of The Belgian Cavalier Club zijn er duidelijke richtlijnen te vinden.
Wat wij aanraden:
Mitralisklep ziekte is niet de enige genetische aandoening die aanzienlijke welzijnseffecten heeft bij dit ras, syringomyelie veroorzaakt mogelijks ook ernstige problemen.
Om deze reden wordt in het Verenigd Koninkrijk een aanpak ontwikkeld waarbij beide ziekten in aanmerking worden genomen bij het koppelen van dieren voor de fok.
Dit programma, dat naast ziektemonitoringsprogramma’s zal lopen, omvat de schatting van fokwaarden (EBV) voor elke ziekte voor elk fokdier (Lewis et al 2010b). De EBV is een “numerieke voorspelling van de relatieve genetische waarde van een bepaalde hond” of een genetisch risico op ziekte, bijvoorbeeld voor MMVD (mitralis klep degeneratie) en syringomyelie (http://www.cavalierhealth.org/estimated_breeding_values.htm).
De EBV van een individu kan worden vergeleken met het populatiegemiddelde bij het selecteren van dieren voor de fokkerij. Om deze programma’s te laten werken, moeten veel fokkers en eigenaren hun dieren laten controleren en analyseren. Lewis et al (2010a) hebben gesuggereerd dat de populatiestructuur van CKCS in het Verenigd Koninkrijk voldoende ruimte biedt voor het gebruik van deze methode en dat het haalbaar is om deze methoden te ontwikkelen. Deze methode heeft bewezen succesvol te zijn bij het aanpakken van genetische problemen.
Opmerking: syringomyelie kan in HEELIX met echografie vastgesteld worden. Het voordeel van echografie is dat de hond niet onder sedatie of anesthesie moet en de kosten vele malen lager zijn dan bij een MRI.
Borgarelli M and Häggström J (2010) Canine degenerative myxomatous mitral valve disease: natural history, clinical presentation and therapy. Veterinary Clinics of North American Small Animal Practice 40: 651-63
CAWC (2008) Fixing ancestral problems: Genetics and welfare in companion animals focusing on syringomyelia in Cavalier King Charles Spaniels as an example. Report of the Companion Animal Welfare Council Workshop Tuesday 29th April 2008, House of Lords
Cochron BM (2009) Understanding mitral valve disease.
French A (2005) Mitral Valve disease in the Cavalier King Charles Spaniel.
Griffiths LG, Orton EC and Boon JA (2004) Evaluation of techniques and outcomes of mitral valve repair in dogs. Journal of the American Veterinary Medical Association 224: 1941-1945
Gordon S (2004) Chronic Valvular Disease: Pharmacotherapy, Current and Future Directions. 1st International Canine Valvular Disease Symposium, Paris, October 30-31, 2004. Available from VIN Associate
Häggström J (2004a) Aetiology and Pathophysiology of Myxomatous Mitral Valve Disease in Dogs. World Small Animal Association Conference Proceedings 4-6th Oct 2004, Rhodes, Greece. Available from VIN Associate
Häggström J (2004b) Is the Cavalier King Charles Spaniel a Useful Model for Myxomatous Mitral Valve Disease in Other Dogs? 1st International Canine Valvular Disease Symposium, Paris, October 30-31, 2004. Available from VIN associate
Häggström J, Boswood A, O’Grady M, Jöns O, Smith S, Swift S, Borgarelli M, Gavaghan B, Kresken JG, Patteson M, Ablad B, Bussadori CM, Glaus T, Kovacevic A, Rapp M, Santilli RA, Tidholm A, Eriksson A, Belanger MC, Deinert M, Little CJ, Kvart C, French A, Rønn-Landbo M, Wess G, Eggertsdottir AV, O’Sullivan ML, Schneider M, Lombard CW, Dukes-McEwan J, Willis R, Louvet A and Difruscia R (2008) Effect of Pimobendan or Benazepril Hydrochloride on Survival Times in Dogs with Congestive Heart Failure Caused by Naturally Occurring Myxomatous Mitral Valve Disease: The QUEST Study. Journal of Veterinary Internal Medicine 22: 1124-1135
Häggström J, Höglund K and Borgarelli M (2009) An update on treatment and prognostic indicators in canine myxomatous mitral valve disease. Journal of Small Animal Practice 50: (S) 1: 25-33
Häggström J, Pedersen HD and C Kvart (2004) New insights into degenerative mitral valve disease in dogs Veterinary Clinics of North America: Small Animal Practice 3: 1209-1226
KC and BSAVA, Anon Report from the Kennel Club/British Small Animal Veterinary Association Scientific Committee Summary results of the Purebred Dog Health Survey for Cavalier King Charles Spaniels
Kittleson M and Kienle R (1998) Myxomatous atrioventricular valve degeneration. In: Kittleson M and Kienle R. Small Animal Cardiovascular Medicine. 1st edition. pp 297-318. Mosby: St Louis, USA
Lewis T, Swift S, Woolliams J and Blott S (2010a) Heritability of premature mitral valve disease in Cavalier King Charles spaniels. The Veterinary Journal, currently in press
Lewis T, Woolliams J and Blott S (2010b) Optimisation of breeding strategies to reduce the prevalence of inherited disease in pedigree dogs. Animal Welfare 19 (S): 93-98
Lundin T and Kvart C (2010) Evaluation of the Swedish breeding program for cavalier King Charles spaniels. Acta Veterinaria Scandinavica 52: 54
MaccDonald KA, Kittleson MD, Munro C and Kass P (2003) Brain Natriuretic Peptide Concentration in Dogs with Heart Disease and Congestive Heart Failure. J Vet Intern Med 17(2):172–177
Merck (2009) Degenerative Valve Disease. http://www.merckvetmanual.com/mvm/index.jsp?cfile=htm/bc/11213.htm
Moonarmart W, Boswood A, Luis Fuentes V, Brodbelt D, Souttar K and Elliott J (2010) N-terminal pro B-type natriuretic peptide and left ventricular diameter independently predict mortality in dogs with mitral valve disease.Journal of Small Animal Practice 51: 84–96
Oberbauer A (2005) Strategies for Identifying and Managing Complex Genetic Disorders. Tufts’ Canine and Feline Breeding and Genetics Conference 30th Sept – 1st Oct 2005, Sturbridge, MA, USA. Available from VIN Associate.
Orton EC (2004) Mitral Valve Surgery: Current Veterinary Practice. 1st International Canine Valvular Disease Symposium Paris, October 30-31, 2004. Available from VIN Associate
Orton EC, Hackett TB, Mama K and Boon JA (2005) Technique and outcome of mitral valve replacement in dogs. Journal of the American Veterinary Medical Association 226: 1508-1511
Prošek R (2007) Degenerative Valve Disease. Client leaflet. Available from VIN Associate. http://www.vin.com/Members/SearchDB/vp/vpa02515.htm. accessed 28.2.11.
Rishniw M (2005) Myxomatous Mitral Valve Degeneration (MMVD). Available from VIN Associate. Accessed 28.2.11
Rishniw M (2009) Syncope With Mitral Valve Disease. Medical FAQS. VIN Associate. Accessed 28.2.11
Smith P (2006) Management of chronic degenerative mitral valve disease in dogs In Practice 28: 376-383
Swenson L, Häggström J, Kvart C and Juneja K (1996) Relationship between parental cardiac status in Cavalier King Charles Spaniels and prevalence and severity of chronic valvular disease in offspring. Journal of American Veterinary Medical Association 208: 2009-2012
Swift S (2009) Cavaliers King Charles Spaniels and Heart Disease: Where have we been and where are we going?. http://www.thecavalierclub.co.uk/health/hearts/reports/swift_09.html. accessed 2.3.11
Williams JL, Toyoda Y, Ota T, Gutkin D, Katz W, Zenati M and Schwartzman D (2008) Feasibility of Myxomatous Mitral Valve Repair Using Direct Leaflet and Chordal Radiofrequency Ablation. Journal of Internal Cardiology 21: 547–554
http://www.thecavalierclub.co.uk